Proeftijd niet schriftelijk geregeld

Geplaatst op 23 maart 2011

Om te voorkomen dat een werkgever langere tijd vastzit aan een werknemer die niet voldoet wordt in de arbeidsovereenkomst met een nieuwe werknemer vaak een proeftijd opgenomen. Binnen de proeftijd kan de arbeidsovereenkomst door elk der partijen onmiddellijk worden beëindigd. Een proeftijdbeding moet schriftelijk zijn overeengekomen wil het beding geldig zijn. Het is niet voldoende om een dergelijk beding alleen in een concept arbeidsovereenkomst op te nemen als die niet door partijen wordt ondertekend.
 
Dat ondervond een werkgever die, wellicht ingegeven door tijdsdruk, een werkneemster kort nadat zij was aangenomen, maar voordat een arbeidsovereenkomst was getekend, liet beginnen.
Op de dag waarop zij met haar werkzaamheden begon kreeg de werkneemster te horen dat de werkgever toch niet met haar verder wilde gaan. De werkgever verzocht de werkneemster om naar huis te gaan, aan welk verzoek zij voldeed. De werkneemster protesteerde tegen deze gang van zaken en hield zich bereid om haar werkzaamheden te hervatten.
Uiteindelijk volgde een procedure in kort geding waarin de werkneemster verzocht om toelating tot het werk en om betaling van loon.
 
De rechter in kort geding stelde vast dat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst was opgemaakt. Aan de eis van schriftelijkheid kan dan zijn voldaan als er een CAO van toepassing is waarin een proeftijd is opgenomen. Er moet dan wel vaststaan dat partijen uitdrukkelijk zijn overeengekomen dat de CAO op de tussen hen gesloten arbeidsovereenkomst van toepassing is. In dit geval kwam de werkgever niet verder dan de verwijzing in de concept arbeidsovereenkomst naar de CAO. Volgens de rechter maakt een dergelijke verwijzing niet dat de CAO op de mondelinge arbeidsovereenkomst van toepassing is. Er stond niet vast dat de werkneemster de concept arbeidsovereenkomst voor de aanvang van de werkzaamheden had ontvangen, terwijl evenmin vaststond dat de concept arbeidsovereenkomst of het van toepassing zijn van de CAO op de dag van aanvang van de werkzaamheden was besproken. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter was geen proeftijd overeengekomen. Dat had vergaande gevolgen voor de werkgever. Door het voortbestaan van de arbeidsovereenkomst was hij verplicht om het loon door te betalen. De werkgever had dat risico kunnen beperken door een (voorwaardelijk) ontbindingsverzoek in te dienen.

Meer weten?

Neem vrijblijvend contact op met Acfis.

Acfis Business Centrum RSS Feed LinkedIn
Algemene Voorwaarden. Klachtenprocedure. Privacyverklaring. Cookieverklaring.
Webdesign door Michel Kusters