Parallel lopende ontbindingsverzoeken
Geplaatst op 20 januari 2012
Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende manieren tussentijds eindigen. Naast ontbinding met wederzijds goedvinden kan de werkgever, na het verkrijgen van een ontslagvergunning, de arbeidsovereenkomst opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn of een verzoek tot ontbinding indienen bij de kantonrechter. De werknemer heeft de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst op te zeggen of om de kantonrechter te verzoeken om ontbinding. Soms lopen verschillende procedures min of meer parallel. Wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, kan de werknemer nog een verzoek tot ontbinding indienen bij de kantonrechter. Wel moet de werknemer dan aannemelijk maken dat de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat de arbeidsovereenkomst op een eerder tijdstip moet eindigen dan waartegen is opgezegd.
Dat uitgangspunt geldt niet altijd. Een bijzonder geval deed zich voor toen een werknemer tijdens gesprekken over minnelijke beëindiging van zijn dienstbetrekking had aangekondigd dat hij een verzoek tot ontbinding bij de kantonrechter zou indienen indien partijen geen overeenstemming zouden bereiken. Terwijl partijen nog in onderhandeling waren vroeg de werkgever zonder aankondiging een ontslagvergunning aan. Het ontbindingsverzoek van de werknemer werd pas behandeld toen de werkgever de arbeidsovereenkomst al had opgezegd. In dit geval was de kantonrechter van oordeel dat de omstandigheid dat de overeenkomst al was opgezegd niet tot gevolg had dat een zwaardere toets op het ontbindingsverzoek moest worden toegepast.
De kantonrechter wees het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst toe op grond van het vervallen van de functie van de werknemer en de verstoorde verhoudingen die tussen partijen waren ontstaan. De werknemer had recht op een vergoeding bij ontbinding volgens de kantonrechtersformule.
Meer weten?
Neem vrijblijvend contact op met Acfis.
Durfkapitaallening te laat geregistreerd » « InnovatiefondsMKB+