Nota naar aanleiding verslag wijziging box 3
Geplaatst op 29 oktober 2020
De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag betreffende het wetsvoorstel wijziging box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd. In de nota wordt een overzicht gegeven van de spaar- en beleggingsrendementen voor 2020 en 2021, het belastingtarief, het heffingvrije vermogen en de tariefschijven.
|
2020 |
2021
ongewijzigd beleid
|
2021
wetsvoorstel
|
spaarrendement |
0,07% |
0,03% |
0,03% |
beleggingsrendement |
5,28% |
5,69% |
5,69% |
belastingtarief |
30% |
30% |
31% |
heffingvrij vermogen |
€ 30.846 |
€ 31.340 |
€ 50.000 |
eerste schijf |
€ 72.797 |
€ 73.962 |
€ 50.000 |
tweede schijf |
€ 1.005.572 |
€ 1.021.661 |
€ 950.000 |
In de nota staat een aardig voorbeeld van de ontwikkeling van de belastingheffing, uitgaande van een vermogen in box 3 van € 137.000. In 2020 is daarover € 810 belasting verschuldigd. Door de wijziging van het spaar- en beleggingsrendement in 2021 stijgt het inkomen in box 3 van € 2.699 in 2020 naar € 2.851 in 2021. Bij ongewijzigd beleid zou de verschuldigde belasting daardoor stijgen naar € 849. Op grond van het wetsvoorstel daalt het inkomen in box 3 in 2021 naar € 2.614 door de aanpassing van het heffingvrij vermogen en de schijfgrenzen. Rekening houdend met het nieuwe belastingtarief is de verschuldigde belasting in 2021 € 810, gelijk aan de verschuldigde belasting in 2020.
Het omslagpunt waarbij het gewijzigde beleid in 2021 ten opzichte van het oude beleid nadeliger wordt voor belastingplichtigen ligt bij een vermogen van € 220.000. Zowel bij voortzetting van het oude beleid als bij het gewijzigde beleid bedraagt de verschuldigde belasting bij dat vermogen € 1.997.
Meer weten?
Neem vrijblijvend contact op met Acfis.
Uitbreiding TVL-regeling » « Vergeet niet uiterlijk 31 oktober 2020 btw-aangifte te...