Heffingskortingen

Geplaatst op 22 september 2022

Arbeidskorting

Een belastingplichtige, die arbeidsinkomen geniet, heeft recht op de arbeidskorting. Dat is een heffingskorting die volgens een gecompliceerde berekening wordt vastgesteld. Afhankelijk van de hoogte van het arbeidsinkomen stijgt of daalt de arbeidskorting met een bepaald percentage. Voor 2023 zijn de bedragen aangepast. Het maximum bedraagt € 4.813 (2022: € 4.260) bij een arbeidsinkomen van € 37.626 (2022: € 36.649). Boven dat arbeidsinkomen daalt de arbeidskorting met 6,51% (2022: 5,86%) van het meerdere arbeidsinkomen.

IACK

De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting voor alleenstaande ouders en minstverdienende partners, die arbeid en zorg voor jonge kinderen combineren. Voorgesteld wordt om de IACK per 1 januari 2025 af te schaffen, behalve voor ouders met een of meer kinderen die vóór 1 januari 2025 zijn geboren. Dat betekent dat de IACK per 1 januari 2037 komt te vervallen, omdat dan alle kinderen, die zijn geboren vóór 1 januari 2025, de leeftijd van 12 jaar hebben bereikt. Daardoor bestaat dan voor geen enkele ouder nog recht op de IACK.

Algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting (AHK) is een korting van maximaal € 3.070 (2022: € 2.888) voor iedere belastingplichtige voor de inkomstenbelasting. Voor belastingplichtigen met een inkomen in box 1 van meer dan € 22.660 (2022: € 21.317) wordt de korting verminderd met 6,095% (2022: 6,007%) van het meerdere. Bij een inkomen ter hoogte van het begin van de hoogste tariefschijf in box 1 van € 73.031 (2022: € 69.398) bedraagt de AHK nihil.

De afbouw van de AHK wordt met ingang van 2023 afhankelijk van de hoogte van het verzamelinkomen. Dat is de som van de inkomens in box 1, box 2 en box 3, verminderd met het daarin begrepen te conserveren inkomen. Hiermee wordt bereikt dat inkomen uit vermogen (box 2 en box 3) in het afbouwtraject van de AHK onder omstandigheden zwaarder wordt belast.

Meer weten?

Neem vrijblijvend contact op met Acfis.

Geplaatst op 18 september 2014

Diverse heffingskortingen in de loon- en inkomstenbelasting worden aangepast in het Belastingplan 2015.

Arbeidskorting
De arbeidskorting, een extra heffingskorting voor werkenden, begint bij een bepaalde hoogte van het inkomen te dalen. Deze zogenaamde afbouwgrens van de arbeidskorting gaat volgend jaar omhoog om werken lonender te maken. Het maximum van de arbeidskorting was overigens door het Belastingplan 2014 al verhoogd.

Algemene heffingskorting
Ook de algemene heffingskorting begint na het bereiken van zijn maximum bij een zeker inkomen te dalen. Het percentage waarmee de algemene heffingskorting daalt wordt verhoogd en bedraagt 2,32% in 2015 en op 3,32% in de jaren daarna.

Ouderentoeslag en ouderenkorting
Eerder was al bekend geworden dat de ouderentoeslag in box 3 wordt afgeschaft en dat de ouderenkorting in 2016 wordt verlaagd met € 83. De ouderenkorting bedraagt in 2014 € 1.032 bij een inkomen tot € 35.450 en € 150 bij een hoger inkomen. De ouderentoeslag in box 3 geldt voor ouderen met een inkomen in box 1 van maximaal € 19.895 en een grondslag voor box 3 van maximaal € 279.708. Voor deze groep wordt het heffingvrije vermogen in box 3 verhoogd met maximaal € 27.984. Door de afschaffing van de ouderentoeslag met ingang van 2016 worden zij voor wat betreft het heffingvrije vermogen in box 3 gelijk behandeld als overige belastingplichtigen.

Meer weten?

Neem vrijblijvend contact op met Acfis.

Acfis Business Centrum RSS Feed LinkedIn
Algemene Voorwaarden. Klachtenprocedure. Privacyverklaring. Cookieverklaring.
Webdesign door Michel Kusters