Gebruikelijk loon in concern

Geplaatst op 23 maart 2011

Werknemers met een aanmerkelijk belang in de BV waarvoor zij werkzaamheden verrichten moeten tenminste een gebruikelijk loon voor hun werkzaamheden ontvangen. In de praktijk gaat het meestal om de dga en zijn partner. De gebruikelijk loonregeling geldt voor iedere BV waarvoor werkzaamheden worden verricht en waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden. Ingeval van een structuur van een holding en een werkmaatschappij betekent dat de dga dus twee keer een gebruikelijk loon moet ontvangen als hij voor beide maatschappijen werkt. De toepassing van de gebruikelijk loonregeling leidt nogal eens tot discussie.
 
In een holdingstructuur bracht de holding aan de werkmaatschappij een managementvergoeding in rekening voor de werkzaamheden die de dga verrichtte voor de werkmaatschappij. De holding betaalde ongeveer 50% van de managementvergoeding als salaris aan de dga. De inspecteur vond dat de managementvergoeding de waarde van de arbeidsprestatie van de dga vertegenwoordigde en stelde het loon van de dga op 70% daarvan. Daarnaast vond de inspecteur dat voor de werkzaamheden ten behoeve van de holding het in die jaren geldende minimum van € 38.118 als salaris moest worden betaald.
De rechtbank accepteerde het betoog van de holding dat de werkzaamheden van de dga ten behoeve van de holding zeer gering van omvang waren zodat daar slechts een zeer beperkt loon aan hoefde te worden toegerekend. Volgens de rechtbank volstond een bedrag van € 500 per jaar voor deze werkzaamheden. Voor de werkzaamheden voor de werkmaatschappij kon het loon volgens de rechtbank niet met behulp van de afroommethode worden toegepast. De rechtbank vergeleek het betaalde salaris met het salaris van de meest vergelijkbare functie. Omdat dat salaris lager lag vernietigde de rechtbank de opgelegde naheffingsaanslag.
 
In hoger beroep oordeelde Hof Den Haag anders. Het hof was van oordeel dat de inspecteur niet de afroommethode toepaste met zijn manier van berekenen van het gebruikelijke salaris. Verder vond het hof dat de werkzaamheden van de dga niet vergeleken konden worden met die van een werknemer die geen directeur was en dus een ander takenpakket had. Het hof volgde de berekening van de inspecteur op dit onderdeel. Verder vond het hof dat de rechtbank de werkzaamheden voor de holding had ondergewaardeerd. Volgens het hof ging het om hoog gekwalificeerd werk gezien het resultaat van de holding. Het hof stelde het gebruikelijke loon voor deze werkzaamheden op € 20.000 per jaar.

Meer weten?

Neem vrijblijvend contact op met Acfis.

Acfis Business Centrum RSS Feed LinkedIn
Algemene Voorwaarden. Klachtenprocedure. Privacyverklaring. Cookieverklaring.
Webdesign door Michel Kusters