Bijtelling auto van de zaak
Geplaatst op 11 november 2022
Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt 22% van de catalogusprijs van de auto. Voor auto’s die voor 2017 zijn aangeschaft of geleaset gelden andere percentages. Lagere bijtellingen gelden gedurende 60 maanden. Daarna geldt de standaardbijtelling. Voor auto’s van voor 2017 bedraagt de standaardbijtelling niet 22 maar 25%.
Bijtelling elektrische auto
Voor een in 2022 aangeschafte nieuwe elektrische auto bedraagt de bijtelling 16% over de eerste € 35.000 van de catalogusprijs. Voor het meerdere geldt de reguliere bijtelling van 22%. Per 1 januari 2023 bedraagt de bijtelling voor nieuwe elektrische auto’s 16% over de eerste € 30.000 en 22% over het meerdere. Deze bijtellingspercentages gelden voor in het kalenderjaar nieuw aangeschafte auto’s en gelden gedurende 60 maanden. Overweegt u een elektrische auto, investeer of lease dan nog in 2022 om het voordeel van de lagere bijtelling gedurende 60 maanden te hebben.
Omdat de verlaagde bijtelling voor een periode van 60 maanden vanaf de datum waarop de auto op kenteken is gezet geldt, kunt u overwegen om een jonge gebruikte elektrische auto, liefst van voor 2019, aan te schaffen. U profiteert dan niet van de verlaagde bijtelling over de volle 60 maanden, maar slechts over de resterende maanden.
Meer weten?
Neem vrijblijvend contact op met Acfis.
AOW-leeftijd in 2028 naar 67 jaar en 3 maanden » « Verzoek ambtshalve vermindering voor box 3 in jaren...
Geplaatst op 14 november 2019
Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt 22% van de catalogusprijs van de auto. Voor auto's die voor 2017 zijn aangeschaft of geleaset gelden andere percentages. Lagere bijtellingen gelden gedurende 60 maanden. Daarna geldt de standaardbijtelling. Voor auto's van voor 2017 bedraagt de standaardbijtelling niet 22 maar 25%.
Bijtelling elektrische auto
De bijtelling voor een elektrische auto bedraagt 4% van de catalogusprijs. Sinds 2019 is de verlaagde bijtelling voor nieuwe auto's beperkt tot de eerste € 50.000 van de catalogusprijs en geldt voor het meerdere de reguliere bijtelling van 22%. Met ingang van 2020 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto's omhoog naar 8% over de eerste € 45.000. Per 1 januari 2021 gaat de bijtelling voor nieuwe elektrische auto's verder omhoog naar 12% over de eerste € 40.000.
Overweegt u een elektrische auto, investeer of lease dan nog in 2019 om gedurende 60 maanden het voordeel van de lagere bijtelling te hebben. Omdat de verlaagde bijtelling voor een periode van 60 maanden vanaf de datum waarop de auto op kenteken is gezet geldt, kunt u overwegen om een jonge gebruikte elektrische auto, liefst van voor 2019, aan te schaffen. Dat kan ook nog in 2020. U profiteert dan niet van de verlaagde bijtelling over de volle 60 maanden, maar slechts over de resterende maanden.
Controleer de rittenadministratie
Er hoeft geen bijtelling plaats te vinden als uw werknemer kan bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé rijdt met de auto. Dat bewijs kan hij leveren met een sluitende rittenadministratie. U moet deze rittenadministratie controleren en bij de loonadministratie bewaren. Klopt de administratie niet, dan moet u bijtellen bij het loon van de werknemer. Ook bij gebruik van een verklaring geen privégebruik auto moet uw werknemer kunnen bewijzen dat hij op jaarbasis niet meer dan 500 km privé met de auto rijdt.
Meer weten?
Neem vrijblijvend contact op met Acfis.
Verbreken fiscale eenheid kan voordelig zijn » « Tijdig lijfrentepremie betalen
Geplaatst op 11 augustus 2016
De regelgeving rondom de bijtelling voor de auto van de zaak is als volgt. Eerst moet de vraag worden beantwoord of er een auto aan de werknemer ter beschikking is gesteld. Is dat het geval, dan geldt de veronderstelling dat de terbeschikkingstelling ook betrekking heeft op privégebruik. De inspecteur moet bewijzen dat een auto aan een werknemer ter beschikking is gesteld. Slaagt de inspecteur daarin dan moet er een bijtelling bij het loon plaatsvinden, tenzij de werknemer kan bewijzen dat de auto voor niet meer dan 500 km op jaarbasis privé is gebruikt.
In een procedure over de bijtelling voor het privégebruik van een auto van de zaak voerde de werkgever aan dat wanneer een werknemer een auto alleen zakelijk gebruikt, de auto niet aan hem ter beschikking is gesteld. In een dergelijk geval zou de inspecteur het privégebruik van de auto door de werknemer moeten bewijzen. Deze stelling gaat echter niet op, aldus Hof Amsterdam.
Volgens het hof is de bewijslast van de inspecteur beperkt tot het aannemelijk maken dat een auto aan een werknemer ter beschikking is gesteld. Aan zijn bewijslast had de inspecteur in deze procedure voldaan. De werkgever was een BV met slechts één werknemer, de dga. Door zijn positie kon de dga zelfstandig bepalen of en hoe hij van de auto gebruik maakte. De bijzondere situatie van een werknemer die een auto van de zaak alleen bestuurt om in opdracht van de werkgever personen of goederen te vervoeren deed zich hier niet voor. Uit de opgestelde rittenregistratie bleek overigens dat de auto ook privé was gebruikt. Die rittenregistratie voldeed niet aan de voorwaarden en was niet sluitend. Het bewijs dat met de auto op jaarbasis niet meer dan 500 privékilometers waren gereden kon daarmee niet worden geleverd.
Meer weten?
Neem vrijblijvend contact op met Acfis.
Automatisch uitbreiden van machtigingsregistraties... » « Urenregistratie ten behoeve van zelfstandigenaftrek