Afroommethode niet toepassen op beroepsbeoefenaar

Geplaatst op 4 mei 2012

Aandeelhouders die werken voor een BV waarin zij een aanmerkelijk belang hebben moeten voor hun werkzaamheden tenminste een gebruikelijk loon ontvangen. Dat is het loon dat een vergelijkbare werkgever betaalt voor vergelijkbare arbeid door iemand die geen aanmerkelijk belang houdt in of vermogen ter beschikking stelt aan de werkgever. Uit de parlementaire geschiedenis is af te leiden dat met gebruikelijk loon bedoeld wordt een zakelijke beloning. Die zakelijke beloning moet bepaald worden volgens de comparable uncontrolled price methode. Dat is de methode waarmee een vergelijkbare prijs wordt bepaald zonder de controlerende invloed van het aandelenbelang. Voor zelfstandige beroepsbeoefenaars komt deze methode neer op de beloning van de senior werknemer van de beroepsmaatschap met dezelfde opleiding en beroepskwalificaties en die een team van professionals in loondienst bezig kan houden, maar die geen mede-eigenaar is.
 
In een arrest uit 2005 heeft de Hoge Raad voor de bepaling van de beloning van een dga die als interim-manager werkte de afroommethode geïntroduceerd. Die methode houdt in dat op de winst van de BV premies, lasten en afschrijvingen in mindering worden gebracht. Hetgeen resteert is na aftrek van een winstmarge voor de BV het gebruikelijk loon voor de dga.
De AG heeft in een conclusie gezegd dat de afroommethode ongeschikt is voor dga’s die met hun BV deel uitmaken van een maatschap, omdat de methode uitgaat van ondernemerschap en niet van werknemerschap. Dat zou neerkomen op fiscale transparantie van de beroepsvennootschap.
 
De AG gaat nog verder in zijn conclusie. Hij meent dat de afroommethode geen alternatief of substituut is voor de bepaling van het zakelijke loon en zelfs niet als subsidiaire methode als de BV geen andere werknemers heeft. Volgens de AG kan de afroommethode alleen worden gebruikt in gevallen waarin de onderneming van de BV bestaat uit de vervanging van één werknemer bij een inhurende organisatie. Als er een vergelijkbare prijs in de markt van ongelieerde dienstverleners in loondienst is te vinden, moet daarbij aangesloten worden en niet bij het winstaandeel van de beroeps-BV. De vraag is hoe de Hoge Raad hierop zal reageren.

Meer weten?

Neem vrijblijvend contact op met Acfis.

Acfis Business Centrum RSS Feed LinkedIn
Algemene Voorwaarden. Klachtenprocedure. Privacyverklaring. Cookieverklaring.
Webdesign door Michel Kusters